Kesusastraan Belanda / Novel
Jenis Bahan
Monograf
Judul Alternatif
-
Pengarang
Goudsmit, Samuel (Pengarang)
Edisi
Cetakan pertama
Pernyataan Seri
-
Penerbitan
Amsterdam : Arbeiderspers, 1952
Bahasa
Belanda
Deskripsi Fisik
304 halaman ; 21 cm.
Jenis Isi
teks
Jenis Media
tanpa perantara
Penyimpanan Media
volume
ISBN
-
ISSN
-
ISMN
-
Bentuk Karya
Novel
Target Pembaca
Umum
Catatan
-
Abstrak
wij goede vrienden.’ En hij had een groter bedrag in de Beierse Lening toegezegd dan aanvankelijk zijn plan was; van een opdracht tot het maken van schoenen die hij van Joden niet betrekken mocht, zou hij tot niemand spreken: haar vader was een goed vriend van hem. Met die aangename uitslag van haar boodschap kwam zij bij haar voorzichtige ouders terug, en, zoals Ricia later tot Ozia zei: met een slecht bemiddelings-loon bovendien. Dat was in de woning van Susman, Fantins zoon, waar het meisje tussen leven en dood boven, op de zolder, op een strozak lag, en waar beneden Ricia, door Ozia begeleid, haar intree deed binnen de Wormser gemeente. Uit het duister geworden straatje tastend binnen gekomen, was daar, een week na de Bruiloftsdag, een druppelende aanloop van be-vrienden, die ook nog korte heftige nabeschouwingen wisselden, over de Huwelijks-feesten, en over Henna. De meesten bleven kort en sommigen kwamen, zagen rond, en gingen heen zonder een woord te hebben gesproken: eigendunkelijken zonder houding en met voorgewende geringschatting jegens Ricia en Ozia; verlegen naturen die geen deelname in het gesprek met vreemden aandurfden, en wel een achterlijke menselijke tors met een waterhoofd, die een ogenblik geplant stond, en tweemaal goedenavond zei, eens bij het binnenkomen, eens bij het heengaan, alsof hij voldoende genot ontvangen en verschaft had, zoals de tevreden glimlach om ogen en mond zou doen geloven. Ricia bracht Ozia ertoe, haar bij het meisje Henna te brengen, zij slopen erheen onder een met ongeloof ontvangen voorwendsel van een geneeskundig onderzoek, waarbij Ricia heette te kunnen helpen. Henna zag de vreemde vrouw aan met gedoofde blik, en Ricia trachtte vergeefs de dodelijke diepte te peilen waarin het kind verzonken lag. Rillingwekkend van afschuw was de verbinding met de man, beklemmend de angst voor het onontkoombaar groeiende kind, gruwelijk de bevalling, en verstikkend de wanhoop van
| No. Barcode | No. Panggil | Lokasi Perpustakaan | Lokasi Ruangan | Kategori | Akses | Ketersediaan |
|---|---|---|---|---|---|---|
| 00006864077 | 839.313 GOU g |
Perpustakaan Jakarta - PDS HB Jassin Komp Taman Ismail Marzuki Jalan Cikini Raya 73 |
Koleksi Umum PDS HB Jassin - Lantai 5 | Koleksi Umum | Baca di tempat | Diolah |
| 00006950879 | 839.313 GOU g |
Perpustakaan Jakarta - PDS HB Jassin Komp Taman Ismail Marzuki Jalan Cikini Raya 73 |
Koleksi Umum PDS HB Jassin - Lantai 5 | Koleksi Umum | Baca di tempat | Diolah |
| No. | Nama File | Nama File Format Flash | Format File | Aksi |
|---|---|---|---|---|
| Tidak ada data. | ||||
| Tag | Ind1 | Ind2 | Isi |
|---|---|---|---|
| 001 | INLIS000000000877050 | ||
| 005 | 20250915024616 | ||
| 007 | ta | ||
| 008 | 250915################g##########f#dut## | ||
| 035 | # | # | $a 0010-0925000556 |
| 082 | # | # | $a 839.313 |
| 084 | # | # | $a 839.313 GOU g |
| 100 | 1 | # | $a Goudsmit, Samuel$e Pengarang |
| 245 | 1 | # | $a De gouden kroon van beieren /$c Samuel Goudsmit |
| 250 | # | # | $a Cetakan pertama |
| 264 | # | # | $a Amsterdam :$b Arbeiderspers,$c 1952 |
| 300 | # | # | $a 304 halaman ; $c 21 cm. |
| 336 | # | # | $a teks$2 rdacontent |
| 337 | # | # | $a tanpa perantara$2 rdamedia |
| 338 | # | # | $a volume$2 rdacarrier |
| 520 | # | # | $a wij goede vrienden.’ En hij had een groter bedrag in de Beierse Lening toegezegd dan aanvankelijk zijn plan was; van een opdracht tot het maken van schoenen die hij van Joden niet betrekken mocht, zou hij tot niemand spreken: haar vader was een goed vriend van hem. Met die aangename uitslag van haar boodschap kwam zij bij haar voorzichtige ouders terug, en, zoals Ricia later tot Ozia zei: met een slecht bemiddelings-loon bovendien. Dat was in de woning van Susman, Fantins zoon, waar het meisje tussen leven en dood boven, op de zolder, op een strozak lag, en waar beneden Ricia, door Ozia begeleid, haar intree deed binnen de Wormser gemeente. Uit het duister geworden straatje tastend binnen gekomen, was daar, een week na de Bruiloftsdag, een druppelende aanloop van be-vrienden, die ook nog korte heftige nabeschouwingen wisselden, over de Huwelijks-feesten, en over Henna. De meesten bleven kort en sommigen kwamen, zagen rond, en gingen heen zonder een woord te hebben gesproken: eigendunkelijken zonder houding en met voorgewende geringschatting jegens Ricia en Ozia; verlegen naturen die geen deelname in het gesprek met vreemden aandurfden, en wel een achterlijke menselijke tors met een waterhoofd, die een ogenblik geplant stond, en tweemaal goedenavond zei, eens bij het binnenkomen, eens bij het heengaan, alsof hij voldoende genot ontvangen en verschaft had, zoals de tevreden glimlach om ogen en mond zou doen geloven. Ricia bracht Ozia ertoe, haar bij het meisje Henna te brengen, zij slopen erheen onder een met ongeloof ontvangen voorwendsel van een geneeskundig onderzoek, waarbij Ricia heette te kunnen helpen. Henna zag de vreemde vrouw aan met gedoofde blik, en Ricia trachtte vergeefs de dodelijke diepte te peilen waarin het kind verzonken lag. Rillingwekkend van afschuw was de verbinding met de man, beklemmend de angst voor het onontkoombaar groeiende kind, gruwelijk de bevalling, en verstikkend de wanhoop van |
| 650 | # | 4 | $a Kesusastraan Belanda |
| 650 | # | 4 | $a Novel |
| 990 | # | # | $a D024039/25 |
| 990 | # | # | $a D034480/25 |